17e eeuw
De eerste Joodse inwoners vestigden zich in de eerste helft van de 17e eeuw in de hofstad. Dit waren Sefardische Joden die werden verdreven uit Spanje en Portugal en hier een veilig onderkomen zochten. De meesten waren in goede doen en vestigden zich in de betere delen van de stad zoals de Lange en Korte Vijverberg en de Denneweg-buurt.
Vanaf circa 1670 vestigden zich ook Asjkenazische Joden in Den Haag. Deze uit Duitsland en Oost-Europa afkomstige Joden waren doorgaans veel armer dan de Sefardische Joden. Ze gingen wonen in een arme buurt rondom de Nieuwe Kerk aan het Spui. Dit gebied werd al snel ‘De Buurt’ genoemd.
18e eeuw
In de 18e eeuw nam het aantal Hoogduitse Joden in ‘s-Gravenhage sterk toe. Toch is er maar langzaam en met moeite verbetering in hun economische toestand gekomen. Joden mochten namelijk geen ambacht uitoefenen, en waren daarom voornamelijk actief in de handel en in beroepen waarvoor geen gilde bestond.
In De Buurt waren dan ook veel markten en winkels te vinden. Na verloop van tijd kwamen er ook synagogen, Joodse scholen en een Joods verenigingsleven in De Buurt. In de tweede helft van de 18e eeuw werd Den Haag, onder invloed van enkele belangrijke Hoogduitse rabbijnen, een wereldcentrum van Joodse cultuur. De vestiging van een Hebreeuwse boekdrukkerij in de stad heeft daar ook toe bijgedragen. Ook de Franse bezetting en het Emancipatiedecreet van september 1796, bracht verandering in hun situatie.
19e eeuw
Door een verbetering van hun rechtspositie, het belang van de stad als regeringscentrum en hun aanhankelijkheid aan het Huis van Oranje, trokken veel Joden naar Den Haag. Hun aantal verdrievoudigde in de 19e eeuw: van 2.067 in de volkstelling van 1809, tot 5.562 aan het begin van de 20e eeuw. Uit de kleine kring van welgestelden kwamen o.a. bankiers, Kamerleden, de eerste Joodse minister, schilders, schrijvers en dichters voort. De band met de Oranjes kwam in 1844 tot uitdrukking bij de bouw van de Hoofdsynagoge aan de Wagenstraat, aangezien Koning Willem II bijdroeg aan de kosten.
De parnassijns (dagelijks bestuur) van de Joodse gemeente moesten ook zorgen voor de armen. Dit werd bekostigd uit de opbrengst van openbare collectes en de heffing op kosjer vlees. In 1836 werd er een armenbestuur in het leven geroepen, dat tot aan WOII heeft bestaan. Daarnaast waren er sociale instellingen. In 1840 werd in de voormalige synagoge aan de St. Jacobstraat het eerste Joodse bejaardenhuis gevestigd en in 1850 werd, op initiatief van opperrabbijn Berenstein, het eerste weeshuis opgericht aan de Stille Veerkade.
Vanaf het einde van de 19e eeuw tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog groeide de Joodse gemeenschap, mede door de toestroom van vluchtelingen, in rap tempo tot een aantal van ongeveer 20.000. Ook in Scheveningen ontstond een bloeiende Joodse gemeenschap, mede door de populariteit van de badplaats bij Antwerpse Joden.
20e eeuw
De Oost-Europese Joden die tijdens en na de Eerste Wereldoorlog naar Den Haag kwamen, verspreidden zich over de hele stad. Ook door de aanleg van de Grote Markt en de afbraak van De Buurt in de jaren ‘20, gingen veel bewoners in andere wijken wonen. In 1940 telde de Hofstad daarom ruim tien synagogen. In Scheveningen en Bezuidenhout groeiden de behoudende Joodse gemeenten gestaag.
De vernietiging van het Europese Jodendom tijdens WOII, heeft de Haagse Joodse gemeenschap niet overgeslagen. In september 1940 werden alle niet-Nederlandse Joden gedwongen het kustgebied te verlaten.
De algemene anti-Joodse maatregelen werden uiteraard ook in Den Haag toegepast. De synagogen werden vrijwel allemaal geplunderd en beschadigd. Het overgrote deel van de Haagse Joden is weggevoerd. Van de 20.000 Joden die in Den Haag woonden, keerden in 1945 slechts 2.000 tot 3.000 personen terug. De overlevenden hebben zich na de oorlog met veel moed en moeite ingezet om het leven weer op te pakken. Het verenigingsleven kwam langzaam weer op gang en het Joods onderwijs werd weer opgestart.
21e eeuw
Het ontstaan van de Staat Israël, met name de aanwezigheid van de Israëlische ambassade, heeft een positieve impact gehad op het Joodse leven in de stad. In de jaren ‘70 werd het noodzakelijk de Wagenstraat te verlaten. De huidige synagoge en de kantoren van de Joodse gemeente zijn nu gevestigd aan de Cornelis Houtmanstraat. en sinds 1994 is de Scheveningse Sjoel gevestigd aan de Doorniksestraat.
Meer informatie over de geschiedenis van Joods Den Haag: